Voor Nieuw Sion
12 maart 2022
Vroeger liepen ze hier nog rond, de monniken in hun wit-zwarte pijen. Ik zag ze werken in de tuin vanuit het raam van mijn gastenkamer. Zag ik ze ook lopen door de kloostergangen waarvan nu de deur openstaat maar met daarop ook een bordje ‘Geen toegang’? Misschien een te gemakkelijk ingevuld beeld.
Als de kerkklok luidde ging ik naar de kerk, niet elke keer, zeven keer op een dag was me te veel. Maar ik schoof af en toe aan in de banken, de monniken met hun kovels – wijde witte over-pijen leer ik nu – zaten in de koorbanken. Het maakte indruk.
De kamer waar ik logeerde was sober: een bed, een kleine tafel met een rechte houten stoel en een wastafel. Wc en douche op de gang. Om 10u was er koffie, om 15u thee. Om 12u de warme maaltijd. In stilte, want dat was de Benedictijner regel. De maaltijd geniet je in stilte.
Het was 1990 of daaromtrent dat ik er was. Ik moest leren voor een examen, en m’n bezoek was geïnspireerd door een vriend – katholiek – die hier vroeger wel met z’n vader kwam. Katholiek was en ben ik niet, maar ik vond het mooi. Werkelijk een wijding in stilte. De bushalte bij vertrek voelde vreemd werelds.
Nu, in deze mooie maart-dagen, ben ik er weer. De stilte is er nog steeds een motto. Maar de monniken zijn weg, de laatsten verhuisden in 2015 naar Schiermonnikoog. Het klooster is overgenomen door een groep vrijwilligers, verenigd in de Stichting Nieuw Sion. Zij vormen een woon-/werkgemeenschap, sommigen werken er alleen en wonen elders. Zij gaan ook voor in de getijdengebeden. Nu geen zeven maar vier keer per dag. Een handjevol mensen schuift ook nu aan in de banken, net als ik. Dekens liggen klaar bij de ingang van de kerk, want het is er koud. Wel wordt de zon steeds krachtiger deze vroege voorjaarsdagen. En als je in de streep zonlicht zit die door de gekleurde ramen naar binnen valt, is het ook zonder deken te doen.
Morgen vertrek ik weer. De bushalte zal niet meer vreemd voelen, ik ben met de auto en heb deze dagen al een keer de bewoonde wereld opgezocht. Bovendien komt die ook ‘binnen’ in de vorm van bezoekers die nieuwsgierig een kijkje komen nemen, neerstrijken op het terras of in de tuin en zich een kop thee laten bezorgen door de horeca-beheerder die er inmiddels is. Uitstekend trouwens.
Want geld is nodig – denk ik: voor het onderhoud van het complex en voor het behoud van deze mooie ongedwongen, stille plek. De flyer ‘Word vriend van Nieuw Sion’ heb ik inmiddels ingevuld. Niet vergeten die af te geven morgenochtend.